"De Taterstein"

De “Taterstein”is een kei die in de grond zat en boven kwam toen men ging graven Hij heeft een hele geschiedenis achter de rug. Hij weegt 5000 kg en werd in 1910 opgegraven en weer onder de grond gestopt omdat men geen raad met dit zware gevaarte wist. Hij werd weer herontdekt bij werkzaamheden omstreeks 1920.
De steen dreigde uit Stein te verdwijnen omdat een zekere heer Beckers ( een arts en archeoloog) uit Beek hem aan zijn verzameling wilde toevoegen en vergunning kreeg hem te vervoeren. Echter de steen was zo zwaar dat geen enkele ketting of kabel sterk genoeg was hem te kunnen dragen. De ene na de andere ketting of kabel brak en dus de hele operatie ging uiteindelijk tot grote opluchting van de bevolking niet door. De plek waar hij momenteel op een betonnen voet staat is de kruising Kelderstraat-Kuiperstraat. Deze plaats heet “aan de Taterstein” en was afgeleid van al de verhalen die vroeger de ronde deden. In vroegere tijden zou in Stein een oude volkstam “de Teuten of Taters" wonen die hun eigen geheimtaal hadden. Ze zouden de voorvaderen van de bokkerijders zijn en gingen `s nachts op rooftocht uit. Voor de nachtelijke strooptochten kwamen ze bijeen aan deze dikke steen en de hoofdman stond bovenop de steen en sprak zijn bendeleden in het “Taters” toe.